075 – 820 02 65 | Voor spoedgevallen na 18.00 uur en in het weekend: 020 - 740 06 00
Selecteer een pagina

Kattenziekte

Kattenziekte is een zeer besmettelijke en dodelijke, virale maagdarmziekte. Het wordt veroorzaak door een parvovirus. Besmette dieren verspreiden het virus via de ontlasting. Gezonde katten worden besmet door contact met deze ontlasting. Dit hoeft geen direct contact te zijn. Als eigenaar kun je het virus ook onder je schoenen mee naar binnen nemen. Dus binnenkatten lopen ook risico om met kattenziekte besmet te raken.

Katten van alle leeftijden kunnen ziek worden maar kittens zijn het meest gevoelig. Dit komt omdat volwassen katten in Nederland over het algemeen voldoende gevaccineerd worden en je de ziekte dus vaker bij kittens ziet. De belangrijkste symptomen zijn braken, diarree, hoge koorts, verminderde weerstand en waggelende gang bij kittens. In het bloed valt een laag witte bloedcelgehalte op. Dit komt omdat het virus de witte bloedcellen aanvalt. De witte bloedcellen zijn de afweercellen van het lichaam. Katten met kattenziekte zijn hierdoor dus ook veel gevoeliger aan andere infecties. 

Het virus is met een simpele test aan te tonen in de ontlasting van zieke katten. Omdat het virus zeer hardnekkig is, is het belangrijk om deze test uit te voeren bij dieren met klachten die kunnen passen bij kattenziekte. De test kan in onze praktijk worden uitgevoerd en hoeft niet naar een laboratorium gestuurd worden. Zo hebben we dezelfde dag nog de uitslag.

We kunnen een dier met kattenziekte behandelen, maar er zijn geen geneesmiddelen tegen het virus zelf. Het dier moet het zelf overwinnen. De kans dat het dier herstelt hangt af van hoe ernstig ziek het dier is, de conditie van het dier en de kwaliteit van de zorg. De behandeling is symptomatisch. Denk aan middelen tegen braken, infuus, dwangvoeding en breedspectrum antibiotica. De antibiotica zijn nodig vanwege het lage aantal witte bloedcellen.

Het beste om je kat te beschermen tegen dit ernstige virus is door hem te vaccineren. Deze vaccinatie zorgt er voor dat de kat weerstand op bouwt tegen het virus. De eerste vaccinatie is op 9 weken leeftijd. Daarna wordt deze vaccinatie herhaald op 12 weken leeftijd, zodat er een goede afweerresponse op gang komt. Dan krijgt de kat de vaccinatie weer op 1 jarige leeftijd. Hierna wordt de vaccinatie tegen de kattenziekte elke drie jaar herhaald (niesziekte wordt jaarlijks geadviseerd). Wanneer de kat als kitten deze ‘booster’ niet heeft gehad adviseren we om dit op latere leeftijd als nog te doen. Als we dit niet doen kan het zijn dat de kat niet voldoende antistoffen heeft tegen het virus ook al wordt de kat elk jaar gevaccineerd.

Woont u in een gebied waar er een uitbraak van kattenziekte is? Dan adviseren we om kittens extra te vaccineren op 16 weken leeftijd.